Verslag van onze heroïsche bekerwedstrijd

Afbeelding: ©Ignace Rood

 We waren verrast dat we nog een rondje konden meedoen in het bekertoernooi, nadat we de eerste ronde nipt (uiteraard ook na een heroïsch gevecht, 3½ –  4½) verloren. Als “lucky loser” konden we het nog eens proberen. Nu tegen een naar verwachting sterkere tegenstander. We betraden de speelzaal, waar  onze tegenstander LSG-B ons opwachtte. Na de verrassing was er nu ook opluchting! Dit waren tenminste geen kleine getalenteerde verveeld om zich heen kijkende frisdrank slurpende snel zettende kindertjes! We hadden nog een kans!
Na een oproep om nog aan het Daniël Noteboom toernooi mee te doen of tenminste daar wat nuttigs te doen als stukken klaar zetten en zo daalde er een ontzaglijke stilte neer in de speelzaal en de klokken werden gestart. Nu geen zenuwslopend getik van al die klokken… de elektronische uurwerkdingen deden hun werk in stilte, vooruitgang, snapje, ik moest oppassen niet een filosofoïde gemijmer terecht te komen, zo van “vroeger was alles beter” en zo.
Ieder speelde twee partijen, 35 minuten + 10 seconden per zet. Een soort van langzaam Rapid.
Aan onze vier borden ging de strijd aanvankelijk gelijk op. Hier en daar ging er wel een pionnetje verloren of raakte iemand een kwaliteitje achter, maar het zag er niet zo slecht uit. Marcel (bord 1) speelde weer ouderwets aanvallend en de tegenstander raakte in het nauw. Op een gegeven moment werd het echt spannend. “Tja, wat nu…?“ of zoiets, mompelde Marcel duidelijk hoorbaar, zoals hij wel vaker een partijtje van commentaar voorziet. Soms raakt een tegenstander hierdoor zwaar geïntimideerd en gaat er dan alsnog af, maar nu helaas niet. Hij hield stand en het werd uiteindelijk remise. Ik (Ignace, bord 2) was na een tijdje een pionnetje achter gekomen en ik wriemelde en worstelde me een ongeluk om terug te komen, maar het pionnetje kwam niet meer terug. Ergo, het werden er méér! Je kent me, ik ga door (oeps, 2 pionnetjes…) tot het echt bijna mat was, opgeven gaat me heel moeilijk af (hola, drie pionnetjes…), pas als er echt geen kansen (oooh, vier pionnetjes…) meer zijn… dan maar opgeven. Een vette Nul! Bij Ron (bord 3)  was er een ingewikkelde stelling op het bord gekomen, dat krijg je met dat Engels van ‘m, op weg naar een chaotische chaos maar wie ging er nou winnen!? Uiteindelijk werd er tot remise besloten. Paul (bord 4) lette even niet op en gaf zomaar een kwaliteit weg! Hij schrok daardoor wel wakker, rechtte de rug en ging er eens goed voor zitten! Een taaie verdediging volgde met uiteindelijk een loper + pion tegen een toren. De tegenstander zat de stelling uit te persen en te wringen en te knijpen en te kneden tot hij er bijna bij neerviel en bijna een ons woog maar kwam er niet door! Gaf van ellende zelf óók maar een kwaliteit weg! Ja, ook hier remise. Helaas, 1½  – 2½ achter na de eerste helft. Maar er kwam nog een helft en dan zouden we toeslaan! Na een kleine pauze begonnen we aan onze tweede partij.
Marcel ging weer voortvarend te werk. Niks afwachten, erop los. Voor de winst! De tegenstander leek te wankelen….. maar deed plots een onverwachte zet! “Had je niet gezien, hè?” grijnsde hij, wilde zeker ook een keer commentaar geven tijdens een partijtje schaak. “Nee,” on-grijnsde Marcel, “Mooie zet…. niet gezien…” en even later streek hij de vlag.
Ik zat nu aan de witte stukken en er kwam een soort van Schotserige opening op het bord, waarvan ik, zoals gebruikelijk, na de derde zet alweer niks meer van de Openingstheorie wist. Dat geldt zo ongeveer voor elke opening, maar dat even ter zijde. Ik kwam toch weer een beetje moeilijk te staan, maar de tegenstander, die door mijn ontheoretische gepruts het zo te zien óók niet meer wist kon ook geen echte meesterlijke zetten produceren. Wat later stond het weer gelijk. Er werd van alles afgeruild en de schaduw van remise hing boven het bord. De tegenstander had tussendoor in een optimistische bui hier en daar wat pionnen naar voren gedirigeerd…. en mijn Koning sloop achterbaks naderbij. Nu nog de overige stukken afruilen, nog een paar gluiperige Koningszetten en… mijn Koning stond opeens wel erg goed! En geen stuk meer te zien! Een hele rits vijandelijk pionnen stond binnen schootsafstand… één tempo was genoeg om de vijandelijk Koning op afstand te houden en een ware slachting onder de vijandelijke pionnen aan te richten. Ach, dan is schaken wel mooi. Geen houthakkers-schaak met brute stukoffers, nee, één nederig tempootje was genoeg om de tegenstander tot wanhoop te drijven. Zijn Koning waggelde nog wat verdwaasd rond en uiteindelijk gaf hij maar op.
Ron had nu zwart, ja, dan geen Engels en hij kreeg het moeilijk. Verloor een kwaliteit, probeerde nog heldhaftig stand te houden maar de tegenstander kende geen genade en dwong Ron tot opgave.
Paul speelde een ijzersterke partij, na aanvankelijk wat moeilijk gestaan te hebben wist hij een vol punt te scoren. Het staat me niet helemaal meer bij hoe dat ging. Geeft niet! Gewonnen, daar gaat het om!
Eindscore: 3½ –  4½ in ons nadeel. Maar wie weet zijn we weer “Lucky Loser”…

Ignace Rood

Bladwijzer de permalink.

2 reacties op Verslag van onze heroïsche bekerwedstrijd

  1. Maaijveld zeggen:

    … geen kleine getalenteerde verveeld om zich heen kijkende frisdrank slurpende snel zettende kindertjes … Hahaha, wat een mooi verslag Ignace! En jullie hebben het hartstikke goed gedaan. Volgend jaar beter!
    Maaike

  2. Jan Bey zeggen:

    Lucky losers? Nou dat was LSG B in dit geval.

Laat een antwoord achter aan Jan Bey Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *