De externe wedstrijd van het eerste team tegen de sluwe Reynaerdenaren zou een spannende worden: immers, met een op twee na laatste plaats moest er wel gescoord worden: waar de eerste twee promoveren, degraderen de onderste twee. Aan de topborden the usual suspects: Bert, Jan B. en Piet. De overige borden werden bezet door Ignace, Bernhard, Ron, Ben en Sam – niet in die volgorde. In de lawaaizaal speelde de rest van het veld voor de interne competitie. Als ‘(sl)echte’ schaker had ik al bekeken wie mijn mogelijke tegenstander zou kunnen zijn, namelijk Kas, maar daar hield mijn voorbereiding dan ook mee op. Ik moet nog steeds veel leren. Heel, heel, heel veel. Ont-zet-tend. Veel.
Helaas was het aantal niet-competitieschakers ‘onZeven’ en waren we allemaal al een keer aan de beurt gekomen (nou niet dus eigenlijk), waardoor Frans D. – dit seizoen de eerste op rij van de onevenen – het nakijken had. Even leek het erop dat hij zich zou storten op de rest-schaakdozen die een wirwar aan schaakstukken lieten zien – van plastic tot hout, van groot tot klein – maar hij zette zich als een soort vervangend wedstrijdleider achter de laptop en ging later kibitzen bij de ‘zware’ jongens.
Het kostte Kas – inderdaad, Kas – en mij dan ook enige tijd een ‘fatsoenlijk’ aantal gelijke stukken op het bord te krijgen. Ik had toen al kunnen weten dat ik zou verliezen, want zijn stukken waren duidelijk een slag groter dan de mijne: dikke ronde pionnen en machtige paarden en lopers tegen mijn miezerige zwarte krijgers.

Openingswoord door Ron
Het echte werk
Bij de ‘echte’ jongens was het spannend. De vijand kwam te laat, zelfs nadat Ron pas na achten zijn introductiepraatje hield als vervangend teamleider. Haastig schoven de laatste twee aan, en ze hadden mazzel, want de klokken waren nog niet gestart.
De stilte in beide zalen was om te snijden, de enige geluiden kwamen van rinkelende koffiekopjes en krakende koeken Bastogne. De eerste die het strijdveld verliet was invaller Ben, licht schouderophalend, daar hij helaas aan bord 5 het hoofd had moeten buigen. Wellicht dat dit de tegenstander hoop gaf, maar de vossenjacht zou toen pas goed losbarsten. Een voor een drupten de spelers de lawaaizaal in, met onder meer een trotse Ignace (1-0) die zich zó tevreden uitsprak over zijn eindspel, dat ik hem meteen strikte voor een bijdrage aan de website. Waarvan akte. En publicatie (zie elders op deze site ????: Verwarring zaaien).

Bord 5-8 met Ben, Ron, Sam, Bernhard
De laatste partij vond plaats aan de twee topborden: bij Bert bracht een eindspel met ongelijke lopers remise in het laatje, en toen moest alleen Jan B. de winst nog verzilveren, bij een stand van 4-3, dus het moest wel minimaal remise worden. Jan had maar liefst 210 km afgelegd om aanwezig te kunnen zijn: nu vaste spelers Roel en Paul er niet waren wilde hij niet afzeggen voor deze belangrijke wedstrijd. Als dat geen clubliefde is!
Strijd beslist
Hoewel op het bord én aan de klok te zien de strijd beslist leek, wist Jan de spanning er voor de bühne toch nog in te houden door de ruime tijdvoorsprong weg te laten tikken en eindeloos met dame en toren te manoeuvreren om zijn geduchte tegenstander na zo’n tachtig zetten eindelijk mat te zetten. Uiteraard wist iedereen om hem heen hoe dat moest – vreemd, dat overkomt mij nou ook altijd – maar hij wilde zéker geen verkeerde zet doen en de winst laten glippen. ‘Ja, ik ben niet dat hele eind komen rijden om na twintig minuten al klaar te zijn’ aldus Jan B. na afloop*. Uiteindelijk had hij de DorrePaal zo in de hoek weten te drijven dat die niet anders kon dan B(l)eij de hand reiken: 1-0 en daarmee een fraaie eindzege van 5-3 én ontsnapping uit de degradatiezone. Hoera!
Speurtocht
Met de overgeblevenen hieven we blij het glas – nou ja, de fles – waarna nog een speurtocht volgde naar De Laatste Doos. Op tafel stond namelijk nog een eenzaam bord met stukken, maar de woning van deze 32 figuren was verdwenen. Nergens te vinden. Meegenomen door de vossen als vervangende trofee? Achterovergedrukt door Frans D. om vast na te denken hoe hij de rommelstukken in de doos zou groeperen? Het was echt een raadsel, dat zelfs niet onder stoelen of banken te vinden was. Uiteindelijk maar de dozen met leftovers uit de kast gehaald en hier en daar wat stukken gehergroepeerd (lees: bij elkaar gesmeten) en de winnende stukken in de gestoffeerde woning gedeponeerd.
In afwachting van de bijdrage van Ignace (ik zág de spijt op zijn gezicht toen ik wervend vroeg om zijn partij in te sturen mét commentaar, maar kom op jongens, het is wel zo leuk als de auteurs een beetje wisselen, toch? Bovendien moet ik nog wraak nemen op hem als ik (volgend seizoen) weer tegen hem moet. Wat dat betreft hoop ik dat iederéén z’n partijen wil delen, het belooft een wraakzuchtig seizoen voor me te worden volgend jaar), reden wij de volgende dag weer 210 km terug naar Cadier en Keer (weer, ja, maar dat duurt nog even) met het buitengewoon tevreden gevoel dat het niet voor niets was geweest. Supergoed gedaan mannen van het eerste uur én team!!!
Volgende week – 14 maart – mag het tweede team weer aantreden. We hopen dat zij met net zo’n fraaie overwinning hun tegenstanders van het bord zullen vegen. Én dat een van hen een stukje voor de website wil schrijven. Alvast bedankt én heel veel succes!
*De redactie behoudt zich het recht voor ook niet daadwerkelijk gedane uitspraken te publiceren.





